‘Biologische groenten teel je niet vanuit een kantoor’

Biologisch glastuinbouwer Jorrit Jonkers

De sappige snoeptomaatjes en knallende paprika’s in het schap van jouw supermarkt kunnen zomaar uit de kassen van Bonnaterra komen. Aan het roer van dit biologische glastuinbouwbedrijf in Middelbeers staat Jorrit Jonkers. Hij vertelt over het reilen en zeilen in zijn kassen: ‘Biologische groenten telen is niet altijd even makkelijk, maar met veel kennis en aandacht krijg je het wel onder controle.’ 

Biologisch glastuinbouwer Jorrit
Beeld: ©LVVN

Van sierteelt naar biologische groenten

Vijfentwintig jaar geleden begon voor de familie Jonkers de omschakeling naar biologisch. Tot dat moment verbouwden Jorrit’s ouders nog gangbare witlof en asperges. Jorrit was net begonnen met werken in de sierteelt: ‘Maar na een jaar sierteelt had ik genoeg chemische middelen gespoten voor de rest van m’n leven. Toen ben ik in het bedrijf van m’n ouders gestapt, met het idee om biologische groenten te telen.’  

Zijn ouders zagen wel heil in de plannen van hun zoon. De vraag naar biologische groenten nam een vlucht in die periode. ‘We hebben de asperges mee omgeschakeld,’ vertelt Jorrit, ‘maar zijn in de loop van de jaren overgegaan op andere gewassen. Nu telen we met name rode paprika’s, trostomaten en snoeptomaatjes onder glas. Alles biologisch.’ 

Kat-en-muis-spel

Volgens Jorrit is biologische groenten telen wat uitdagender dan gangbare teelt: ‘Je bent afhankelijker van de natuur en moet daarmee samen zien te werken. Dus ook met schimmels, virussen, bodemziektes - want we telen alles in de volle grond - en plagen. Die zijn moeilijker te bestrijden als je geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt.’ 

Biologische telers zijn daarom veel in contact met plantveredelaars. ‘Met veredeling kun je planten aanpassen en minder vatbaar maken voor bepaalde ziektes. Maar een schimmelziekte bijvoorbeeld, past zich ook weer aan. Er ontstaat een kat-en-muis-spel tussen veredelaar en schimmel.’  

Geen ei van Columbus

Het is dan ook van groot belang om als ondernemer veel aandacht voor je gewassen te hebben. ‘Biologische groenten teel je niet vanuit een kantoor. Je moet echt betrokken zijn en proberen met alle kennis en mogelijkheden die je hebt je planten gezond te houden. Een schimmelziekte komt vaak door vocht, dus dan ga je kijken hoe je dat beter kunt reguleren. Het bodemleven houd je gezond met de juiste bemesting, maar ook met vruchtwisseling. Want door te variëren met planten, creëer je ook meer biodiversiteit in de bodem. Zo is het continu goed kijken en aanpassen.’  

Jorrit deelt vaak ervaringen met collega’s in de biologische groenteteelt. ‘Niemand heeft het ei van Columbus en elke tuin is anders. We leren van elkaar door ideeën en tips uit te wisselen. Niet alleen over planten en ziektes, maar ook over het ondernemen in de glastuinbouw.’ Een laatste tip van hem voor glastelers die denken aan omschakelen: ‘Als je begaan bent met de natuur en het klimaat, dan moet je ervoor gaan. En denk groot, want er is markt voor. Een supermarkt die jouw biologische product in de schappen wil, wil dat in 300 filialen. Dan moet je wel genoeg hebben.’