‘De koeien zijn ontspannen en de bodem vruchtbaar’

Joost over zijn biologische melkveehouderij

In Welsum, een klein dorp aan de IJssel, leidt Joost Boons een biologische melkveehouderij. Al 35 jaar geleden begon Joost’s vader te experimenteren met biologische landbouwmethoden. Kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gingen de deur uit en het idee ontstond voor een circulaire boerderij. Zoon Joost heeft inmiddels voor elkaar dat het familiebedrijf helemaal biologisch en 95% zelfvoorzienend is. ‘Die 5% is krachtvoer voor de koeien die net gekalfd hebben. Niet zelf verbouwd, wel biologisch uiteraard.’

Biologisch melkveehouder Joost
Beeld: ©LVVN

Natuurlijk onkruid wieden

Biologische landbouw is Joost met de paplepel ingegoten: ‘Mijn vader is nu 75, maar was in zijn tijd al een biologische die hard. Hij realiseerde zich op jonge leeftijd dat kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen het land niet gezond houden.’

De familie Boons was al vooruitstrevend door het maïsvoer voor de koeien zelf te verbouwen, maar dat bracht gelijk een uitdaging mee: ‘Biologisch grasland is niet moeilijk, een biologische akker wel,’ vertelt Joost. ‘We moesten een manier vinden om het maïs onkruidvrij te houden op een natuurvriendelijke manier. De oplossing bleek een mechanische schoffelmachine. Daarmee kun je wieden zonder dat je de maïsplanten beschadigt.’

Biologische landbouwmethoden

Een belangrijk element van Joost zijn circulaire biologische melkveehouderij, is wisselteelt: ‘Grasland en akkerbouw wisselen elkaar af. Elke vijf jaar ploegen we het grasland om. Het land levert beurtelings grasland, maïs en een wisselteelt van graan en erwt.’ Deze methode put het land niet uit en creëert een vruchtbare bodem om zijn eigen veevoer te verbouwen.  

Joost gaat nog verder dan de biologische regels voorschrijven: ‘We hebben een combinatiestal, daarin kunnen koeien zelf kiezen tussen ligboxen of de potstal waar ze vrij rond kunnen lopen en op vers stro kunnen liggen. Zeker in de winter is dat fijn. In de zomer zijn ze vaak dag en nacht buiten.’ De potstal heeft nog een groot voordeel, want hij levert stromest op: ‘Het goud van ons bedrijf! Die mest verdelen we elk jaar over de percelen en dat brengt de taaie kleigrond tot leven. Er komen wormen op af die de bodem luchtig en vruchtbaar maken en makkelijker te bewerken.’ 

Met de natuur samenwerken

‘We zoeken altijd naar manieren om zo onafhankelijk mogelijk te zijn en genoeg te verdienen,’ gaat Joost verder. ‘Biologisch is niet altijd makkelijk. Het loont meer om 20 koeien erbij te melken dan om bijvoorbeeld een hectare bos te planten.’ Toch wil hij liever met de natuur samenwerken dan opschalen. ‘Ik verdien er een goede boterham aan en dat is genoeg. Ik heb drie kinderen en gun hen een gezonde aarde, daar draag ik m’n steentje aan bij.’ Of de koeien ook verschil merken? ‘Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ze leven wel langer. Misschien zijn ze toch wat meer ontspannen.’